Op het moment dat ik deze blog schrijf vliegen we boven Java. We zijn onderweg van Bali naar Kuala Lumpur om over te stappen naar Coolangatta (Goldcoast, Aus).
Het is prachtig in de lucht. Ik hou helemaal niet van vliegen, maar soms maakt het uitzicht een boel goed. Het toestel is niet vol, dus Anke zit met de meisjes op een bank en Gil en ik hebben een bank alleen. Prettig dus. Het geeft tijd om na te denken.
Bali was geweldig. Wat een leuke week hebben we gehad. Druk, maar het was het zo waard. We hebben alles gedaan wat we wilde, behalve massages (ja, ja, ik weet het…. Beetje dom). Ik ga dan altijd weg met zo’n heimwee achtig gevoel. Het is inderdaad een spirituele plek. De tempels en de offermandjes op de stoepen maken het zo anders dan de westerse landen waar ik ben geweest. Zelfs anders dan de Moslim landen waar ik ben geweest, hoewel je daar ook in een andere wereld stapt. De mensen zijn vriendelijk en willen het je naar de zin maken. Uiteraard wel voor een fooitje, want veel hebben ze niet daar. Zoals onze gids Yono al zei: Money talks here! En dat is echt waar. Alles voor geld. Het is ook wel triest als je een grietje van een jaar of 8 met haar jongere broertje ziet bedelen. Dat kan mijn moederhart niet zo heel goed handelen. Maar goed, daar vakantie vieren zorgt er al voor dat een aantal gezinnen het goed hebben omdat je voor werkgelegenheid zorgt.
Maar wat hebben we nou ook alweer gedaan de afgelopen dagen….
15 oktober was weer een dagje met Yono. We zijn begonnen met het rijden op olifant Ghandi, Doni en Maria in een olifantenpark. Heel gaaf. Vooral de kinderen (die schijnen nergens bang voor te zijn) vonden het heel erg leuk. Hierna kreeg je een lunch waar je even met een Oerang Oetan mocht knuffelen. Dat is dus iets dat ik altijd al gewild heb! Zo leuk!!! Ze heette Monica en was 2 maanden jonger dan Faya. Ze vond Faya ook erg interessant, dus pakte haar arm en nam haar mee het restaurant door. Zo grappig!
(we vliegen inmiddels boven de Indische Oceaan….)
Hierna zijn we de auto weer ingegaan en naar de vulkaan Batur gereden. Ook hier betaal je weer om gewoon alleen maar de straat in te rijden om foto’s te nemen, heel bizar. Maar mooi vergezicht en heel indrukwekkende vulkaan. De laatste uitbarsting was in 2001 en de lava zie je gewoon nog liggen. Hierna zijn we doorgereden naar Tirta Empul, de tempel met het heilige water. En oh , wat een hoop mensen die daar het reinigings ritueel uitvoeren. Ik ben zelf niet gelovig en begrijp geloven dus vaak niet zo goed. Maar dit vond ik wel mooi en ik had zelfs de behoefte om het ook te doen. Dus ik heb mijzelf ‘gereinigd’ met het heilige water uit de bron voor geluk. Hierop zei onze Yono: ‘Is niet nodig, Debby, kijk om je heen, je bent al gelukkig….”
Daar loop je dan. Op zo’n mooie spirituele plek, gewoon gelukkig te zijn……
Uiteraard moesten we ook langs de Sawahs (rijstvelden). Waar ik het meest schone en mooie toilet van heel Bali heb gevonden, namelijk gewoon tussen de rijst. Volgens Yono zijn dat vitamientjes voor de rijst…. Dus…. Hierna reden we langs een…. Pfffh, turbulentie, heb ik zo’n fucking hekel aan! Nou ja, goed. We reden langs een koffie en cacao plantage waar we koffie van de Civet kat hebben gedronken. Die koffie wordt gemaakt van de uitwerpselen van de Civetkat, omdat deze koffiebonen eet. In Australie betalen mensen 40AUSD voor zo’n kop. Ik begrijp niet waarom, het smaakt naar….. je raadt het al, waar het vandaan komt!
Het was tijd om naar huis te gaan. We zaten nog achter Ubud dus het was nog wel een stukje naar huis. Yono , die altijd plan b en c in zijn hoofd heeft, had al bedacht dat we nog 1 ding gingen doen die dag….. Dus hij sloeg naar links en daar stonden we weer….voor het huis van Ketut Liyer! En deze keer had hij tijd voor Anke en mij.
Het was zo leuk! De man is 98 jaar oud (althans dat zegt hij) en zegt constant hoe blij hij is dat je er bent en hoe mooi je bent. Hij las mijn hand en vertelde mij dat ik een lang leven zal hebben. En dat er maar 2 kinderen zullen komen (das mooi, ik ben dus klaar! Gil daarentegen, gelooft niet in Goeroes!).Hij vertelde mij dat de mijn symbool de Maanbloem is.
Anke gaat opnieuw verliefd worden. Ketut had zelf ook wel interesse maar vertelde dat hij alleen niet meer kan zoenen omdat hij geen tanden meer heeft. Ook heeft hij geen energie voor seks meer!(ik herhaal dit letterlijk!) Hij zat mijn moeder zwaar te versieren! Mijn moeder haar symbool is de Lotusbloem. Hij zei ook dat Anke en ik veel te ongeduldig zijn, iets waar ik hem wel gelijk in moet geven.
Maar het was een enorm leuke ervaring. Zeker gezien het feit dat alles is zoals in de film Eat, Pray, Love. Hij woont heel mooi in een straatje achteraf en heeft een hele mooie tempel achter het huis. De informatie die hij gaf, ach ja, het was gewoon leuk hem te ontmoeten.
Yono zei in de auto: ‘Je maakt je eigen toekomst.’ En zo is het maar net!
Omdat iedereen ziek was die avond (behalve Anke, de meisjes en ik) zijn Anke en ik de volgende dag met de meisjes naar het strand gegaan. Heel erg lekker! Een dagje rustig aan dus.
17 oktober zijn we nog 1 dag met Yono op stap geweest. Eerst naar het strand van Nusa Dua om met een glasbodemboot naar Turtle Island te varen. Leuk! Vooral voor de meisjes.
Toen was het tijd voor nog een high light op mijn to do lijstje, namelijk Tanah Lot. Na een uurtje rijden (en een heerlijke lunch bij Bali Backery waar ze de lekkerste broodjes en taartje hebben) kwamen we aan in Tanah Lot. Deze prachtige tempel is op een rots in de zee gebouwd. Het ligt aan een ruw stukje kust waar nog meer kleinere tempels gebouwd zijn. Als je nog niet spiritueel bent na zo’n week wordt je het hier wel. Jeetje, wat ontzettend mooi! Het geluid van die golven die op de rotsen slaan, de geur van wierook, de biddende mensen en de uitzichten. In 1 woord geweldig. Ik vond het de mooiste tempel van de hele week.
Uiteraard zitten er omheen allemaal leuke winkeltjes waar je heerlijk af kunt dingen, dus we zijn inmiddels in het bezit van een boel rotzooi!
Toen we wegreden merkte Matt op dat de zon bijna onderging waarop Yono (je weet wel, die van plan b en c) het stuur omgooide en ons naar een plekje 5 minuten van de tempel bracht. Ineens staan we bovenop de rotsen en zien we alleen maar zee, golven en de zon! MAGISCH!
Toen snapte ik Yono! Ik ben inderdaad al gelukkig! Ik stond naar zo’n mooie zonsondergang te kijken met de mensen waar ik van hou! Yono zette er nog een gezellig muziekje bij op van een Balinese artiest die zong; Welcome to my paradise. Yono begon met de meisjes te dansen en het was een uniek moment. Zo een die je nooit meer gaat vergeten.
’s Avonds zijn Gil en ik gezellig samen gaan eten in Seminyak.
Misschien begrijp je nu waarom ik met heimwee terug kijk naar Bali. Maar het is tijd voor een nieuw avontuur, 1 aan de andere kant van de wereld.
(inmiddels in de wolken ergens boven Maleisië)
PS. uiteraard heb je geen internet in een vliegtuig, dus ik post deze tekst nu, terwijl ik op het vliegveld van Kuala Lumpur zit! Love free WiFi!